In de zomer wordt er natuurlijk volop gebarbecued met lekker vlees, maar veel van die producten zijn ook prima tijdens andere jaargetijden gewoon lekker binnen in de keuken klaar te maken. Neem bijvoorbeeld een hamburger, wat eigenlijk de nummer 1 van het barbecuevlees is, gegeten met alleen een sausje of tussen een broodje.
Basisrecept en specerijen en kruiden als toevoeging
Het basisrecept voor 4 hamburgers bestaat uit de volgende ingrediënten: 400 gram rundergehakt, een halve snee verkruimeld brood (of beschuit of 4 eetlepels paneermeel), een half ei, 2 eetlepels worcestersaus en zout en peper naar smaak. Voor extra smaak kun je er allerhande kruiden en andere ingrediënten aan toevoegen, zoals ui (of nog lekkerder: bosui), paparika, pepertjes, mosterd, knoflook, komijnpoeder, koriander, bieslook, of Italiaanse kruiden. Voor een smeuïg effect kun je er ook (Hollandse) kaas of blauwaderkaas aan toevoegen, zo wordt het dus eigenlijk al een cheeseburger tijdens de bereiding!
Het gehakt: zelf maken met een gehaktmolen
Rundergehakt kun je natuurlijk kant-en-klaar kopen, maar dit basisingrediënt kun je ook zelf maken met behulp van een gehaktmolen voor een nog smaakvollere burger. Vlees voor een hamburger mag niet te mager zijn omdat er tijdens het bakken of barbecueën een hoop vet verloren gaat. Anderzijds moet je ook niet te vet vlees nemen omdat er anders tijdens de bereiding niets overblijft van de hamburger. Qua rundvlees kun je prima rundernekvlees en –riblappen gebruiken, maar ook een mix van entrecote en biefstuk. Wil je variëren qua smaak dan kun je ook een hamburger maken van kippenvlees, kalfsvlees, lamsvlees, wild zwijn of hert. Snijd het vlees in kleine blokjes en laat het licht aanvriezen (zodat je het niet meer kunt inknijpen). Het gehakt maak je met behulp van een gehaktmolen die je eigenlijk het best ook vooraf laat afkoelen in de vriezer. Als het vlees en de vleesmolen bevroren zijn voor het draaien van het gehakt zal het vet in het vlees niet uitsmeren en blijft het mooier.